De adem is de basis van je zingen. Je middenrif is daarbij de belangrijkste ademhalingsspier: Het wordt ook wel diafragma genoemd. Het woord is afkomstig van het Griekse woord Phren: ‘midden van het organieke leven’ ‘midden tussen voelen en denken’ ofwel ‘het midden van de ziel’.
Tijdens het zingen gebruiken we de spiercontracties van het middenrif om de adem optimaal te laten binnenkomen. Ervan uitgaande dat we daarmee met het middenrif zingen – en vooropgesteld dat het middenrif het midden van je ziel is – is de volgende gedachte logisch: ‘Als we zingen, geven we onze ziel bloot’. Daarom wordt zingen vaak als kwetsbaar betiteld en gaat het vaak gepaard met schaamte.’ Maar dit hoeft niet waar te zijn. Zingen met een dynamisch middenrif, geeft namelijk een vrij gevoel en een stevig gevoel van kunnen vertrouwen op je lijf.
Het wordt pas eng als we ons middenrif buiten spel zetten. Dat kan gebeuren als we zingen vanuit prestatiedrang. Vanuit de wens goed te zijn of te voldoen, sturen veel zangers het lijf aan op wilskracht en vanuit ambitie. Ik zie veel zangers in de praktijk hun borstkas extra open zetten voor meer ademsteun. Maar daarmee kunnen de inademingsspieren feitelijk het middenrif in de greep houden. We zingen dan dus niet meer echt met de ‘ziel’. Het middenrif is dan niet vrij om uit te ademen. Dat levert op termijn niet alleen problemen op en dat maakt zingen pas eng.
Je kunt het middenrif niet dwingen. Wel kun je zijn werking faciliteren. Dat geeft een dynamisch middenrif en een stevig gevoel van kunnen vertrouwen op je lijf. Zorg dus dat je weg blijft van prestatiedrang en zorg dat je middenrif flexibel blijft. De strechoefening van de flanken is bijvoorbeeld een mooie oefening.